De Tweede Münsterse Oorlog is een oorlog tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de bisdommen Münster en Keulen die heeft geduurd van 1672 tot 1674. De oorlog vormt een onderdeel van de 'Hollandse Oorlog'. Het jaar 1672 wordt in de geschiedenis ook wel ‘Het Rampjaar’ genoemd.
In de zomer van het Rampjaar 1672 vallen ‘Christoph Bernhard Freiherr von Galen’(ook Bommen Berend genoemd), prins-bisschop van Münster, en Maximiliaan Hendrik van Beieren, bisschop van Keulen, als bondgenoot van Lodewijk XIV van Frankrijk de Republiek aan. Het is voor de tweede keer dat de Bernhard van Galen ons land binnen valt. Ook in het noorden van ons land krijgt deze oorlog een bittere nasmaak.
Von Galen heeft zich in de Devolutieoorlog lang neutraal opgesteld. Op 26 mei 1672, twee dagen nadat Maastricht is aangevallen, laat hij zich door de Franse koning overhalen [1]. Lodewijk XIV (1638-1715) heeft al toestemming gegeven om door de bisdommen Luik en Keulen te trekken.
De bisschoppen van Keulen en Münster worden door de Franse minister van oorlog, Markies van Louvois, als huurlingen beschouwd, maar hij laat hen de vrije hand bij het plunderen. Von Galen verkrijgt toezeggingen over de heerlijkheid Borculo, die hem al in 1652 formeel is toegewezen, en omliggende enclaves in de graafschap Zutphen, zoals de heerlijkheid Lichtenvoorde, heerlijkheid Bredevoort en Anholt [2].
Veroveringen
Op 1 juni bezetten de troepen van Bernard Van Galen en Maximiliaan Hendrik, ruim 30.000 man, Lingen en vallen bij Overdinkel Twente binnen. Ze veroveren Enschede, belegeren en veroveren achtereenvolgens Grol op 10 juni en Bredevoort op 18 juni. Daarna volgen Lochem, Hattem, Elburg, Harderwijk en Deventer op 21 juni. Zwolle bezet hij op 22 juni. Als volgende geven Kampen, Hasselt, Rouveen, De Lichtmis, Zwartsluis en Staphorst zich over [3]. Genemuiden, Vollenhove en Meppel worden door de inwoners verlaten. De vesting Steenwijk, Blokzijl en de schans bij Kuinre gaan op 26 juni verloren. Een aanval op het eiland Urk wordt door de bewoners afgeslagen.
De Fransen staan niet toe dat de bisschoppelijke troepen verder naar het westen oprukken. Ze moeten zich op 28 juni terugtrekken tot achter de IJssel, meer is hun niet beloofd door Louvois. Maximiliaan krijgt de beschikking over Deventer; Bernard von Galen richt zijn pijlen op het noorden [4]. Delen daarvan hebben evenals de heerlijkheid Borculo tot 1559 kerkelijk bij het bisdom Münster behoord, namelijk de Groningse Ommelanden en de grietenij Achtkarspelen in Friesland. Rond 24 juni begint men in Friesland en Groningen met het onder water zetten van landerijen. De boeren zien met lede ogen dat hun landerijen geïnundeerd werden door het afdammen van rivieren en het inlaten van zout zeewater.
Verwoesting en capitulatie
De bisschop verwoest voor de tweede keer Rijssen en zet een aanval in op de Ommerschans. De verdediging, die bestaat uit 146 musketiers en 55 piekdragers, vlucht bij het zien van de vijand naar het noorden. De Staten van Holland benoemen op 4 juli Willem III van Oranje-Nassau tot stadhouder.
De dag daarna verklaren de capitulerende steden van Overijssel, bijeengeroepen in de Ommerschans, als rijkssteden de soevereiniteit van het Heilige Roomse Rijk te erkennen. De Staten van Overijssel onderwerpen zich aan Münster, onder verklaring de band met de Unie der Verenigde Nederlanden te ontbinden. De verklaring is van dien aard dat men lang heeft getwijfeld aan de echtheid van dit stuk [5]. Er staat onder meer in dat de bisschop een nieuwe Landdag bijeen zal roepen en dat iedere edelman die in die landdag verschijnt, vrijgesteld zal zijn van inkwartiering. Natuurlijk mogen katholieken niet meer uitgesloten worden, ook niet uit het hoogste rechterlijk college [6].
De vesting Bourtange in de Atlas van Loon in 1649. Bron: Atlas van Loon op Wikipedia. Licentie: Public Domain.
Coevorden Von Galen omsingelt de strategische vesting Coevorden en zet al zijn artillerie in tijdens het beleg van Coevorden.
Coevorden valt op 11 juli, na een belegering van 11 dagen: veel langer dan hem lief is. Door de val van de verwaarloosde vesting Coevorden wordt de verdediging van de drie noordelijke provincies gereduceerd tot de binnenste verdedigingsgordel, bestaande uit moerassen en uitgestrekte veengebieden, die door inundatie aan de noordzijde aanzienlijk is versterkt.
De verwachting is dat de bisschop opnieuw Friesland zal aanvallen, waar veel soldaten slechts op papier bestaan en sommige officieren nog kinderen zijn. Hij besluit echter om de stad Groningen niet vanuit het westen aan te vallen en trekt op naar Assen. De Drentse gedeputeerden wijken uit naar de stad Groningen. Ondanks strategische bezwaren doet Von Galen op 11 juli een mislukte aanval op de vesting Bourtange in Westerwolde. Door het verleggen van waterstromen en het creëren van moerasachtige gebieden rond de vestingen wordt de toegankelijkheid tot het gebied bemoeilijkt. Dat spoort niet met de belangen van de boeren, en deze zien dan ook regelmatig kans om het verdedigingsbeleid te frustreren.
De versterking Bourtange
Vanwege de mislukte doortocht via Bourtange, en de inundaties vanuit het Winschoterdiep aan de oostzijde en vanuit het Hoornsediep aan de westzijde, benadert men de Stad vanuit het zuiden, de enige nog mogelijke route. Johan Schulenborgh vraagt de Stad zich over te geven, maar de Stad heeft zich onder leiding van de 70-jarige Bohemer ‘Carel Rabenhaupt of Karel Robmhap ze Suché’, kortweg Carl von Rabenhaupt genoemd, goed voorbereid. De vestingwerken zijn verbeterd en de bruggen aan de zuidkant van de Stad afgebroken.
De bestorming van Coevorden op 30 december 1672, geschilderd door Pieter Wouwerman. Het schilderij is gemaakt tussen 30 december 1672 en 9 mei 1682 op canvas en is 65.5 cm hoog en 80.5 cm breed. Bron/eigendom: Rijksmuseum Amsterdam. Licentie: Public Domain.
Voor Groningen
De nevenstaande buste van Carl von Rabenhaupt is te zien op een van de buitenmuren van het Groningse Goudkantoor, ooit het kantoor van de ontvanger van de provinciale belastingen. Het besnorde heerschap is in de 17e eeuw een van de commandanten van het Staatse leger. Als zodanig verdedigt hij Groningen tijdens het Rampjaar. Bron: Wikipedia, Sander de Jong, 4 sept. 2006. Licentie: Public Domain.
Vanaf 24 juli, als al zijn troepen zijn gearriveerd, bestookt de bisschop de stad Groningen met stinkbommen, granaten en gloeiende kogels, zodat op veel plaatsen in het zuiden van de Stad branden uitbreken. De Münsterse troepen trekken plunderend over Enumatil, naar Aduarderzijl en via Zuidhorn terug op hun stellingen. Op 26 juli doet Von Galen een uitval via de Duurswouderheide op Drachten. Hij wordt tegengehouden bij Nijega en Suameer en de bisschop trekt zich opnieuw terug. De Zwartendijksterschans functioneert naar tevredenheid. Op 28 juli wordt de schans bij Noorderhogebrug door de Münstersen aangevallen. Op 5 augustus bezet een tweede divisie, die via Meppen naar het noorden oprukt, de Dijler- of Dielerschans, al gedurende een tiental jaren een heet hangijzer en aanleiding tot conflicten [7]. Er worden in Groningen 17 zeesluizen opengezet en ten slotte wordt bij Delfzijl een zeedijk doorgestoken [8]. Er is gesuggereerd dat vestingbouwkundige Henrick Ruse, toentertijd in Deense dienst, maar met een buitenplaats in Sauwerd, adviezen aan de Groningse Staten heeft verstrekt [9].
De bisschop van Münster heeft de stad Groningen echter nooit helemaal kunnen afsluiten en de aanvoer van prinselijke troepen en wapens blijft gehandhaafd via het Reitdiep, het Damsterdiep en de haven van Delfzijl.
Zoals boven aangegeven, probeert Bernard Van Galen zowel via de westzijde, door een aanval op Aduarderzijl en aan de oostzijde op Oosterhogerbrug, de aanvoerlijnen af te snijden. Beide aanvallen worden afgeslagen.
Het weer verslechtert, wat het moreel van de troepen van Bernard Van Galen geen goed doet. De aanvoer naar de Stad loopt gewoon door. De stad Groningen is ook ‘loopplaats’, verzamelplaats voor nieuw geworven troepen, dus Carl von Rabenhaupt heeft het geluk dat er relatief meer militairen dan gewoon in de Stad aanwezig zijn, die voor de voor de verdediging ingezet kunnen worden.
Door toedoen van Rabenhaupt's goed georganiseerde verdediging moet Von Galen zijn beleg staken: hij breekt op 17 augustus 1672 op. Het einde van het beleg staat bekend als Gronings Ontzet [10].
Carl von Rabenhaupt op een gravure van Lambert Visscher, 1673. Bron: Wikipedia. Licentie: Public Domain.
Tactische fout
Er worden 8.000 tot 9.000 schoten afgevuurd, waarvan 5.000 bommen, zowel met vlakbaan [19] als krombaangeschut [20] . De helft van het 24.000 man tellende Münsterse leger is gesneuveld (4.600 man), gevangengenomen, gedeserteerd (samen 5.500 man) of door ziekte niet meer in staat te vechten. De bisschop heeft de tactische fout gemaakt het geschut te zwaar te laden (met 300-ponders) om ze een groter bereik te geven, waardoor de kanonnen nogal eens onklaar raken. Ook heeft hij de pech dat door het aanhoudend slechte weer de loopgraven onderlopen [11.
Volgens Carl von Rabenhaupt heeft Von Galen ook een strategische fout gemaakt: hij heeft eerst Aduarderzijl en Delfzijl moeten innemen alvorens beleg te slaan voor Groningen. De strijd om de dan ingesloten Stad zou er dan heel anders uit hebben gezien. Na het beleg treft men in Helpman in een schuur ca. 1.400 gewonden aan, die worden verpleegd door zes Franse chirurgijns. Met onherstelbare gewonden wordt korte metten gemaakt door hen uit het lijden te verlossen [12].
Portret van Hans Willem van Aylva (1633-1691), generaal-majoor, genoemd 'de ontzaglijke generaal'. Kniestuk, in een ovaal, staande in wapenrusting in een landschap, commadostaf in de rechterhand, de helm rechts op een rots. Pendant van SK-A-1402. Gemaakt tussen 1693 en 1717 (olie op koper). Bron: Rijksmuseum Amsterdam. Licentie: Public Domain.
Na het Gronings Ontzet
Albertine Agnes van Nassau laat krachtig optreden als de Linde-linie langs de noordzijde van het riviertje de Linde te zwak blijkt. Onder leiding van luitenant-admiraal baron Hans Willem van Aylva (1633-1691) gaat het er rond de schansen van deze Friese waterlinie soms heftig aan toe. Bommen Berend slaagt erin tot vlak voor de stelling Heerenveen te komen, maar die is versterkt met een aarden wal en dubbele grachten. De bezetting bestaat uit burgercompagnieën: schutters uit Leeuwarden en Franeker, en geregelde troepen, allen onder het bevel van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, die veel last heeft van reumatiek, stadhouder Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz (1657-1696) [16], generaal Carl von Rabenhaupt en Van Aylva zelf.
De Münstersen vallen in de nacht van 18 op 19 augustus 1672 tot driemaal toe aan, maar ze worden steeds gestopt. Daardoor kunnen ze Friesland niet verder binnendringen. Op 2 september 1672 wordt Blokzijl bijgestaan door Friese troepen en een Hollandse vloot; de bisschop trekt zich terug.
De Keulse en Münsterse bisschoppen hebben 30.000 man ingezet, maar halen hun troepen terug als de Grote Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg (1640-1688) en de Italiaaanse veldheer Raimondo Montecuccoli (1609-1680) zich in september 1672 bij Halberstadt in het tegenwoordige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt verzamelen, en de mogelijkheid bestaat dat zij in de rug worden aangevallen. De Münstersen vertoeven niettemin geruime tijd in Staphorst en omstreken, zodat zelfs de kerk van dat dorp bijna een jaar tot uitoefening van de Roomse eredienst wordt gebruikt. Men mag dus veronderstellen dat het fort gedurende die tijd door de vijand niet onbezet is gelaten, temeer daar hij van hier telkenmale strooptochten in Drenthe en op de grenzen van Friesland heeft gedaan [13].
Capitulatie
Winschoten wordt op 7 september prijsgegeven; Wedde op 8 september; Oudeschans capituleert 27 oktober voor Carl von Rabenhaupt. Coevorden wordt 30 december 1672 veroverd nadat de plaatselijke schoolmeester en koster, Mijndert van der Thijnen [18], de versterkingen in kaart heeft gebracht en aan Von Rabenhaupt heeft laten zien. De aanval vanuit het noorden op Coevorden is een dag uitgesteld, omdat de soldaten, gelegen bij Erm, te dronken zijn. Bij dichte mist wordt over de bevroren stadsgracht een biezen brugconstructie gelegd en binnen een uur vlucht de vijandelijke bezetting. Er worden 600 Münsterse soldaten gevangengenomen en 85 kanonnen vallen in handen van het Staatse leger [21]. Bisschop von Galen, die de stad Coevorden zijn Candia [15] noemt, zou zo kwaad zijn geweest, dat hij de boodschapper laat executeren.
In januari 1673 laat Bisschop von Galen zijn troepen de Brandenburgse Mark en Kleef plunderen en ontmoet bij Wesel de troepen van Turenne. Von Galen verzamel zijn troepen bij Soest. Raimondo Montecuccoli begint onderhandelingen met de prins-bisschop over de gezamenlijke bestrijding van de Franse koning, die de meeste buit voor zichzelf heeft opgeëist. De keizerlijke en Brandenburgse troepen trekken naar het zuiden, met de opdracht het bisdom Münster, de eerdere bondgenoot, te sparen [14].
Nieuweschans en Winschoten
Op 22 juli 1673 wordt Nieuweschans heroverd door Von Rapenhaupt na een langdurige blokkade. Eind augustus 1673 wordt vanuit Heerenveen een uitval gedaan op Steenwijk. De opzet mislukt en een week later komt de vijand weer opdringen [15]. Begin oktober 1673 probeert de bisschop de Vecht af te dammen en Coevorden te heroveren. Vanwege een hevige storm en een doorbraak in de dam verdrinken er 1.400 Münsterse soldaten.
In maart 1674 worden Winschoten en omringende plaatsen nogmaals geplunderd! Op 22 maart onderneemt de bisschop een laatste aanval op Groningen. Op 22 april 1674 is hij gedwongen vrede met de Republiek te sluiten en in mei trekken de Münsterse troepen weer weg uit de Achterhoek. De Münsterse bezetting heeft bijna twee jaar geduurd.
1. Roorda, D.J. (1971) Het Rampjaar 1672, p. 43. Borculo behoorde niet tot het hertogdom Gelre en daarover stond dus niets in het verdrag, gesloten bij de Vrede van Münster.
2. De oorlogscontributies die aan de verarmde ingezetenen werden opgelegd beliepen verbazende sommen. In het begin van de achttiende eeuw waren enkele van de met dat doel opgenomen kapitalen nog niet afgelost. De bisschop en de schans
3. Panhuysen, L. (2009). Rampjaar 1672, p. 145-146, 201-202.
4. Roorda, D.J. (1971) Het Rampjaar 1672, p. 76.
5 Nadat de bezettende legers in 1674 waren verdwenen, werd Overijssel weer toegelaten tot de Unie onder oplegging van een regeringsreglement, dat het gebied aan handen en voeten gebonden aan stadhouder Willem III uitleverde.
6. Voor meer informatie over de Dijlerschans zie hier
7. Overdiep, G. (1991) Water als verdedigingsmiddel, p. In: Noorderlicht, december 1991.
8. Obreen, H. (1972) De verdediging, p. 44. In: Friesland in het rampjaar 1672. It jier fan de miste kânsen. Onder redactie van J.J. Kalma, & K. de Vries.
9 Vanwege de juliaanse kalender, die toentertijd nog in het noorden werd gebruikt, en een verschil vanwege een schrikkeldagen wordt het Ontzet op 28 augustus gevierd.
13. Panhuysen, L. (2009). Rampjaar 1672, p. 236-237; p. 310.
14. Keizer, J. (1974) Heerenveen, platteland en vlek, p. 19.
15.
Candia=Kreta. Kreta (Grieks: Κρήτη, Kriti) is het grootste van de Griekse eilanden, en is in grootte het vijfde eiland in de Middellandse Zee. Het eiland vormt, samen met een paar kleine nabijgelegen eilanden, tevens de zuidelijkste van de dertien Griekse regio's. Door de gunstige ligging tussen de kusten van Klein-Azië, Cyprus, Egypte en Syrië heeft Kreta, dat ook wel bekend is onder de Venetiaanse benaming Candia, een lange geschiedenis als centrum van de zeehandel. Tussen 1600 en 1400 v.Chr. bereiken de Kretenzers door die ligging een hoog beschavingspeil, dankzij hun heerschappij die op zeemacht heeft berust.
17.
Hendrik Casimir II (Den Haag, 18 januari 1657 – Leeuwarden, 25 maart 1696), vorst van Nassau-Dietz, graaf van Katzenelnbogen, Vianden en Spiegelberg, baron van Liesveld en stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe (1664-1696), landcommandeur van de Duitse Orde (1693-1696), is de zoon van Willem Frederik van Nassau-Dietz en Albertine Agnes van Nassau.
18.
Mijndert van der Thijnen (– Coevorden, 17 februari 1707) is een koster en schoolmeester geweest die in het rampjaar 1672 een cruciale rol heeft gespeeld bij het ontzet van de stad Coevorden. Hij wordt later burgemeester van Coevorden en ouderling van de kerk waarvan hij eerst koster is geweest. Na zijn overlijden wordt hij in 'zijn eigen' kerk begraven.
19. Een kanon is een stuk geschut dat een projectiel in een nagenoeg rechte baan op het doel afschiet. Geschut van dit type wordt ook wel vlakbaangeschut genoemd.
20.
Krombaangeschut zijn projectielwapens waarvan de kogelbaan van de projectielen een kromme lijn volgt, in tegenstelling tot het z.g. vlakbaangeschut dat de projectielen zo snel afschiet dat ze een praktisch rechte baan afleggen. Een voordeel van krombaangeschut is dat het doelen achter een dekking kan raken. Onder krombaangeschut vallen onder andere katapulten als palintone, onager en trebuchet en vuurwapens als mortier, houwitser en carronade.
21.
Het Staatse leger is het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden van 1575 tot aan de oprichting van de Bataafse Republiek in 1795.
22. Tekst: Wikipedia. Tweede Münsterse Oorlog. Licentie: Creative Commons.
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres. Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.
Hoogeveen, 14 novemberi 2020.
Update: 29 juni 2021.
Update: 26 juni 2023.
Update:27 juli 2023.
Samenstelling: Harm Hillinga.